
Rosé in de kijker
De tijd dat rosé geassocieerd werd met goedkope, lichte en zoete (vakantie)wijnen ligt gelukkig al een hele tijd achter de rug. Tegenwoordig is er een waaier aan verschillende stijlen en is de kwaliteit enorm toegenomen.
Différents procédés d’élaboration des rosés
Qu’est-ce qu’un rosé ? Son style s’apparente-t-il à celui du vin blanc ? Il est vrai qu’à l’instar de ce dernier, le style d’un rosé peut considérablement varier en fonction de la région et de la vinification. Voici, brièvement expliquées, les différentes manières de le produire :
Verschillende methodes om een rosé te maken
Wat is een rosé eigenlijk? Hoort hij qua stijl bij witte wijnen? Afhankelijk van de vinificatie en de regio kan de stijl sterk verschillen. Hier een kort overzicht van de verschillende manieren om rosé te maken:
- Mengen: de meeste eenvoudige methode is het mengen van witte en rode wijn. Dat levert niet echt interessante wijnen op. In Frankrijk en Europa is die methode niet toegelaten, behalve in de Champagne. Daar is het een van de productiemethodes voor roséchampagne. Na het mengen van rood en wit volgt nog een tweede gisting in fles. De mengtechniek is in de rest van de wereld wel toegelaten.
- Rosé door persing: na de oogst worden de blauwe en witte druiven onmiddellijk geperst. Het sap komt daardoor heel kort in contact met de druivenschillen en wordt dan verder gevinifieerd zoals bij witte wijnen. Het resultaat: heel licht gekleurde wijnen met een subtiel aroma van rood fruit.
- Saignée-methode: het sap, de schillen en de pitten van blauwe en witte druiven worden samen gemacereerd. Afhankelijk van de druivensoort en de kleur die de wijnbouwer wil krijgen, kan de maceratie een paar uur tot wel 2 dagen duren. Nog voor de fermentatie op gang komt, wordt een deel van het sap afgetapt (de ‘saignée’). Het afgetapte deel wordt verder gevinifieerd zoals een witte wijn. Het andere deel van het sap blijft in de cuve en wordt rode wijn. Deze rosés hebben meer kleur, meer body en meer smaak.
Jong drinken bij heel wat gerechten
Welke methode ook gebruikt wordt, rosé is meestal op zijn best als u hem jong drinkt (maximaal 2 jaar oud). De meeste roséwijnen hebben levendige zuren, zijn knapperig fris en mooi in evenwicht. Ze bevatten vaak aroma’s van rood zomerfruit, soms aangevuld met een lichte kruidigheid in de finale. Die aroma’s passen bij heel veel gerechten: bij een aperitief (met tapas), gegrilde en gekruide kip of vis, zomerse slaatjes, BBQ, koude schotels, bouillabaisse …
Een moderne rosé
De Diable Rosé! is een moderne rosé met aroma’s van rood fruit en Provençaalse kruiden. Een goede keuze bij slaatjes en bij BBQ-gerechten.
Een fris aperitief
Als u op zoek bent naar een aperitiefwijn die ook lekker is bij zomerse tapas, dan is de Domaine de Tamary een aanrader. Geniet van zijn frisse boeket met toetsen van bloemetjes en fruit.
Geniet van onze rosés!
Koen