1. Verhit 2 eetl. boter in een brede braadpan en bak het varkenshaasje aan alle zijden goudbruin. Kruid met peper en zout.
2. Bestrijk het vlees met de mosterd. Blus de pan met 1 dl geuze. Plet de jeneverbessen tussen 2 lepels en voeg samen met de tijm, de laurier en de rozemarijn toe.
3. Dek de pan af en laat 18 à 20 min. bakken op een zacht vuur tot het vlees gaar is (afhankelijk van de dikte). Bevochtig regelmatig met wat geuze en draai het vlees af en toe om. Haal uit de pan en hou warm.
4. Giet een scheutje geuze in de pan en schraap de braadresten los. Laat de saus even inkoken op een hevig vuur. Voeg dan de room toe en laat nog 2 min. inkoken.
5. Meng 1 eetl. boter op kamertemperatuur met de bloem (‘beurre manié’) en voeg beetje bij beetje toe aan de saus tot ze licht gebonden is. Giet door een zeef en breng op smaak met citroensap, peper en zout.

Afwerking

Snij het vlees in sneetjes en geef er de saus apart bij. Heerlijk met aardappelgratin en broccoli.